Uit een marktanalyse van het UWV blijkt dat er meer Nederlanders van baan wisselen dan ooit tevoren. In het derde kwartaal van 2022 had iets meer dan vijf procent van de bevolking een andere werkgever dan het jaar ervoor. Dat zorgt voor extra werk voor organisaties, en met de al hoge werkdruk kunnen veel werknemers dit er niet bij hebben.
Onderzoeker Michel Smoorenburg merkt bij de Gooi- en Eemlander op dat vijf procent misschien niet als veel klinkt, maar dat zeker wel is. "Het klinkt als een kleine verandering, maar het zijn iets meer dan 400.000 mensen. Als je die lijn doortrekt, verandert pakweg één op vijf werkenden dit jaar van baan."
Sinds de coronavirus-pandemie uitgebroken is, zijn mensen minder loyaal richting een werkgever dan voorheen, terwijl die loyaliteit in de jaren voor de pandemie ook al afnam. "Vooral jongeren switchen snel", aldus Smoorenburg, die aangeeft dat jongeren gemiddeld anderhalf jaar bij dezelfde werkgever blijven. Onder meer een hoger salaris wordt gebruikt om personeel aan te trekken. Met oog op de inflatie geen bijzondere conclusie.
Waarom levert dit extra werk op voor bedrijven en organisaties? Elke keer dat er iemand vertrekt, moet er ook weer iemand aangetrokken worden. Die nieuwe aanwinst moet weer wennen aan de organisatie of aan het bedrijf, wat resulteert in extra werk voor personeel. Dat extra werk is vervelend, met name voor ondernemingen die al hoge werkdruk ervaren.
Hier valt wat aan te doen. Dit on-boarding proces valt in veel gevallen te automatiseren. Denk aan het aanmaken van een emailadres, het verzorgen van inloggegevens voor allerlei tools en functies en het bieden van documentatie wanneer dit nodig is. Met behulp van automatiseringssoftware, zoals RPA, kan dit allemaal vanzelf lopen wanneer iemand zich bij de organisatie voegt.